Tot voor kort kon je, los van enkele uitzonderlijke situaties, in België geen btw heffen op onroerende verhuur: de btw die je betaalde bij de oprichting of renovatie van een pand, kon je als verhuurder niet recupereren. Sinds 1 januari 2019 zijn er nieuwe btw-regels voor onroerende verhuur van kracht. Wij maakten een overzicht. Het wetsvoorstel dat in 2017 nog sneuvelde, werd tijdens de begro­tingscontrole van maart 2018 definitief goedgekeurd. Sinds 1 januari 2019 gelden deze nieuwe regels.

Optionele btw-heffing op onroerende verhuur

Om de concurrentiehandicap met buurlanden weg te werken, invest­eringen te stimuleren en de btw-regelgeving te vereenvoudigen, werd een btw-heffing ingevoerd op de verhuur van (gedeeltes van) profes­sionele gebouwen en (eventueel) hun bijbehorend terrein.

Deze heffing is optioneel, geldt voor de volledige contractduur en is enkel mogelijk onder drie voorwaarden:

1. de belastingplichtige huurder gebruikt het gebouw in functie van zijn economische activiteit
2. de verhuurder en huurder stemmen beiden met de btw-heffing in
3. en het gaat om nieuwbouwprojecten of fundamentele renovaties, ten vroegste gestart op 1 oktober 2018.

Keerzijde van de medaille is dat de herzieningstermijn van 15 naar 25 jaar wordt opgetrokken. Om je btw volledig te recupereren, moet je dus minstens voor een periode van 25 jaar verhuren met btw.

Verplichte btw-heffing op ‘kortdurende’ verhuur

Bij de professionele én particuliere verhuur van onroerende goederen voor een periode van maximaal zes maanden is btw-heffing voor­taan verplicht. Dit is echter niet het geval voor gebouwen bestemd voor privédoeleinden of bewoning, en de verhuur aan bepaalde orga­nisaties met vrijgestelde sociaal-culturele activiteiten (denk aan de verhuur van lokalen aan jeugdverenigingen, een feestzaal aan stu­dentenverenigingen, enzovoort).

Overige wijzigingen

Ook de overdracht van huur is voortaan belast met btw, los van het feit of de huurovereenkomst aan btw is onderworpen of niet.

Tot slot werden de verlaagde btw-tarieven van 6% en 12% (die al van toepassing waren op de onroerende financieringshuur van privéwo­ningen, instellingen voor gehandicapten, gebouwen voor onderwijs en leerlingenbegeleiding en huisvesting in het kader van sociaal be­leid) uitgebreid naar alle diensten van onroerende verhuur.

Uitzondering: opslagruimtes

De bestaande uitzonderingen op de verhuur van onroerende goederen – zoals gemeubelde verblijven of onroerende leasing – blijven bestaan. De regelgeving rond opslagruimtes is wel versoepeld. Verhuur je (binnenkort) opslagruimtes? Win dan zéker advies in bij een expert.

Bekijk hier onze aflevering op Kanaal Z omtrent de optionele BTW-verhuur