Om auteursinkomsten te verwerven dient men een auteursrechtelijk beschermd werk te creëren. Er moet voldoende sprake zijn van eigen creativiteit. In de praktijk blijkt dat dit begrip ruim kan worden opgevat en dat deze vergoeding niet enkel voor de artistieke sector is. Ook in sectoren zoals media, marketing en IT kan er sprake zijn van auteursrechten. Het gaat dan bijvoorbeeld over het ontwikkelen van software, computerprogramma’s, originele slogans, originele documentatie voor presentaties, geschreven teksten, het schrijven van een handboek, …

Het is mogelijk dat een vennootschap aan haar bedrijfsleider auteursinkomsten betaald. Als de bedrijfsleider zijn rechten contractueel afstaat aan de vennootschap dan kan hij hiervoor een auteursvergoeding ontvangen.

In de personenbelasting worden deze auteursvergoedingen niet belast als bedrijfsbezoldiging maar worden deze gekwalificeerd als roerend inkomen tegen een tarief van 15% (+ gemeentebelastingen) en dit tot een maximumgrens van € 59.970 (inkomsten 2018). Bovendien kan er nog een forfaitaire kostenaftrek worden toegepast. Voor zelfstandigen kan principieel gesteld worden dat er geen sociale bijdrage verschuldigd is. In sommige gevallen kunnen deze vergoedingen wel onderworpen zijn aan BTW.

Om hierover rechtszekerheid te krijgen en om naheffingen te vermijden is het aan te raden dit vooraf te toetsen bij de dienst Voorafgaande Beslissingen. Voor bedrijfsleiders werkt de dienst Voorafgaande Beslissingen vaak naar een oplossing op basis van de gerealiseerde omzet van het auteursrechtelijk beschermd werk. Eveneens merken we dat de rulingcommissie steeds bijkomende engagementen eist zoals de belofte om de bedrijfsleidersbezoldiging niet te laten dalen en het toekennen van een minimumbezoldiging.

Gezien het aantrekkelijk fiscaal kader en de stijgende noodzaak naar creativiteit en innovatie is het aan te raden eens na te gaan of hiervan gebruik kan gemaakt worden.